Boze Ouders dienden maandag bij de Onderwijsinspectie een ‘groepsklacht’ in over het falen van passend onderwijs. Astrid Ottenheym herkent dat ouders soms radeloos kunnen zijn in de zoektocht naar het juiste onderwijs voor hun kind. Ze doet er in haar samenwerkingsverband (PPO-Noord Kennemerland) alles aan scholen en ouders samen op te laten trekken. En waarschuwt voor snelle oplossingen voor de bestaande problemen. “Verder polariseren is niet de oplossing.”
“Deze ouders zijn heel verschillend en zitten in allerhande situaties”, weet directeur-bestuurder Ottenheym, “maar ze hebben allemaal een kwetsbaar kind en hebben veel buikpijn door zorgen. Want het zal je kind maar zijn.” Ze herkent de ouders die radeloos en boos zijn, zich niet serieus genomen of gehoord weten. “Passend onderwijs gaat ook over de emancipatie van de ouders, gelijkwaardigheid en samenwerking. Ieder heeft zijn eigen perspectief en wil het beste voor het kind. We moeten niet meteen met die beschuldigende vinger wijzen naar de ouder: Jij werkt niet mee.”
De crux, zegt Ottenheym, zit in de vraag: Wie is waarvoor verantwoordelijk? “Wie bepaalt? Dat antwoord moeten we zoeken in doorzettingskracht en niet in doorzettingsmacht.” We willen het samen doen. Dat lukt niet altijd maar alles is gericht op goede communicatie en besluiten nemen in overleg. Als samenwerkingsverband mag je bijvoorbeeld een toelaatbaarheidsverklaring afgeven zonder instemming van de ouders. Dat doen wij niet. Want wat gebeurt er als wij doorverwijzen naar het speciaal onderwijs en ouders niet akkoord zijn?”
In échte gesprekken, waarin iedereen zijn verwachtingen en zorgen op tafel legt, kun je samen tot de beste oplossing komen, ervaart Ottenheym. En dat is noch voor ouders, noch voor scholen gemakkelijk. “Een school voelt zich soms ook in de knel, radeloos. En gaat instrumenteel reageren: dit zijn de regels, we doen echt alles voor uw kind… Maar het is een emotioneel verhaal voor ouders. Die hebben stress, slapeloze nachten, soms financiële nood. Als je elkaar werkelijk hoort en begrip toont, kom je er samen uit. Geen instrumentele aanpak van regels en protocollen, maar een menselijke aanpak.”
In de afgelopen jaren werkte haar samenwerkingsverband PPO-Noord Kennemerland (13 besturen, 105 schoollocaties) aan versterking van de positie van ouders.
Natuurlijk zijn er weleens onenigheden. “Maar het escaleert hier niet zo gauw. We blijven in overleg, bepalen samen de acties.”
Oud-Kinderombudsman Marc Dullaert noemde passend onderwijs deze week “een ideaal dat we in Nederland met de mond belijden, maar dat heel moeilijk te realiseren blijkt.” Dat schoot Ottenheym in het verkeerde keelgat. “Het doet te kort aan de vele situaties waar het wel goed gaat! En aan samenwerkingsverbanden waar met ouders opgetrokken wordt. Ik vind zo’n opmerking echt jammer.”
Het laatste waaraan scholen en ouders nu behoefte hebben, zegt Ottenheym, is verdere polarisatie en een nieuw stelsel. “We maken een grote ontwikkeling door, het stof is nèt neergedaald. Nu we weten wat bij wie hoort kunnen we samen optrekken.”
Ze hoopt van harte dat ook politiek Den Haag dat ziet. En dat Boze Ouders en de evaluatie in juni geen aanleiding vormen tot grootschalige aanpassingen van passend onderwijs. “Als iedereen decennialang op een bepaalde manier werkt, kun je niet verwachten dat in een paar jaar de gewenste werkelijkheid gerealiseerd is. Neem niet alles op de schop. Bouw door. Met oog en oor voor de problemen die er zijn. Samen zoeken en onderzoeken voor de toekomst. Met een groot hart voor kinderen en elkaar.”
Iedere week het laatste nieuws uit het onderwijs