Hier beantwoorden we vragen over medezeggenschap, die bij ons binnenkomen vanwege de coronacrisis. Is er nog iets niet duidelijk? Neem dan contact op met onze juridische helpdesk, 0348 74 44 60, helpdesk@verus.nl.
Wellicht ten overvloede mag worden opgemerkt dat er haast geboden is. Een gebruikelijke reactietermijn van zes weken werkt in de gegeven omstandigheden niet. Van de MR mag zeker souplesse verwacht worden. En we kunnen aannemen dat er geen MR is die deze gelegenheid zal aangrijpen eens even om de procedurele puntjes op de i te zetten.
In principe maakt het feit dat er een crisis is niet uit voor de rol van de medezeggenschap. De bevoegdheden blijven gewoon bestaan. Wel kan er met de termijnen iets gebeuren.
Artikel 26 lid 3 van het door Verus opgestelde basisreglement stelt:
‘In spoedeisende gevallen kan het bevoegd gezag de raad verzoeken binnen een kortere termijn dan de in het eerste lid bedoelde het schriftelijke standpunt uit te brengen. Tenzij zwaarwegende argumenten zich daartegen verzetten stemt de raad daar mee in.’
En de toelichting daarop luidt:
’Bij spoedeisende gevallen moet gedacht worden aan de situatie waarin de opschortende werking van de vakantie in combinatie met de in het medezeggenschapsstatuut genoemde termijnen een tijdige tenuitvoerlegging van het voorgenomen besluit frustreert, of wanneer om aanspraak te maken op een bepaalde tegemoetkoming een deadline gehaald moet worden. Het bevoegd gezag kan dit lid niet inroepen om een verwijtbaar uitstel van een verzoek om advies of instemming ongedaan te maken. Zie ook Landelijke Commissie voor Geschillen WMS, 31 maart 2016, 107108.’
Nu dus van het bevoegd gezag snel handelen wordt geëist, mag van de (G)MR verwacht worden dat men snel reageert.
Een andere oplossing is dat met de (G)MR een soort mandaat wordt afgesproken voor beslissingen, en dat het bevoegd gezag zich in rustiger tijden verantwoordt.
De crisis mag natuurlijk geen dekmantel zijn om snel beleidsmatige beslissingen te nemen, die met de crisis niets te maken hebben. Evenmin kan het zo zijn dat wanneer een nu tijdelijke maatregel zo goed bevalt dat het bevoegd gezag vindt dat die maatregel wel ‘staand beleid’ kan worden de medezeggenschap daarover niet meer geraadpleegd hoeft te worden.
De informele kant is net zo belangrijk. Er moeten veel brieven en berichten voor ouders, leerlingen en personeel de deur uit. Het is goed om de (G)MR of een geleding daarvan op de hoogte te houden. Veel overleg kan ook met bijvoorbeeld de voorzitter van de (G)MR plaatsvinden, en wanneer die een mandaat van de gehele raad heeft, kan het bestuur of de directeur ook afspraken met hem of haar maken, zo niet over de inhoud dan toch over procedures.
En vergeet niet dat de (G)MR ook leden kent die van bepaalde onderwerpen meer weten dan de bestuurder of directeur. Maak er onbekommerd gebruik van! De meeste leden zijn blij als ze in deze moeilijke tijd worden aangesproken op hun expertise en zo iets voor de school kunnen doen.