Publicatie-
datum:

26 augustus 2020

Publicatiedatum: 26 augustus 2020
Onderwijs en samenleving

Zeiler is gespecialiseerd in de ventilatie op scholen en kent de luchtverversingssystemen van veel van de gebouwen op zijn duimpje. Hij vindt het een goede zaak dat het door minister Slob aangestelde Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen (LCVS) deze week heeft aangekondigd uitvraag te gaan doen naar de ventilatie in scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Dit om een beeld te krijgen van de landelijke situatie.

De hoogleraar zou het liefst zien dat er mét behulp van ventilatie-experts een risico-analyse komt, waarbij in kaart wordt gebracht wat wel en niet aanvaardbaar is. “Scholen hebben behoefte aan helderheid. Bij minstens twintig procent van de schoolgebouwen is de ventilatie nu niet in orde. Met een risicoanalyse ontstaat er duidelijkheid, en wordt maatwerk mogelijk.”

Stoplichtfunctie

Ondertussen kunnen scholen zelf op de korte termijn al met hele simpele dingen vinger aan de pols krijgen, meent Zeiler. Een daarvan is de aanschaf van een CO2-meter. "Als die er nog niet is, zou er een moeten komen. Maar dan wel van goede kwaliteit met een stoplichtfunctie.“ Wat het nut is van zo’n apparaat? Als het lampje op de meter groen kleurt, is het binnenklimaat op orde, legt hij uit. “De concentratie CO2 is dan binnen de perken en er is genoeg verse lucht in de ruimte.”

Is het lampje oranje? Dan wordt het oppassen. “Er is dan minder schone lucht, het beste is om alle ramen en deuren open te zetten, en het lokaal te luchten.” Wanneer het lampje rood is, is de grens overschreden en de lucht te vervuild. Je kunt dan beter niet meer in de ruimte zijn, meent Zeiler. “Dat betekent: allemaal het klaslokaal uit, en dat tien minuten tot een kwartier ventileren. Zodra het lampje groen wordt, kan iedereen het lokaal weer betreden.”

Het lastige op scholen is volgens de hoogleraar dat er veel mensen bij elkaar zijn in kleine ruimtes. “Wanneer er geen goede doorstroming van de lucht is, stijgt de verontreiniging van de luchtconcentratie relatief snel. Ofwel: als er een leerling tussen zit die het coronavirus heeft en er is geen goede ventilatie, dan neemt die concentratie in de lucht toe, en daarmee ook de kans op besmetting."

Zestigplussers

Met name leerkrachten uit de kwetsbare doelgroep, zoals zestigplussers zouden een CO2-meter in de klas moeten hebben, meent Zeiler. “Het is bekend dat een oudere die besmet raakt heel erg ziek kan worden. Op deze simpele manier kun je risico’s voor hen beperken, wat ook veel stress wegneemt.” Een apparaat, bij voorkeur een sensor met digitale gegevensopslag, kost ongeveer 1000 euro volgens hem.

Het risico voor oudere leerkrachten is ook te beperken door goed te kijken in welk lokaal je hen laat werken, meent de hoogleraar. “Een school is nogal eens in verschillende periodes gebouwd, waarbij de nieuwere delen over betere en recentere ventilatievoorzieningen beschikken. Als je een oudere docent in zo’n lokaal laat werken, neemt het risico van besmetting af.”

Daarnaast is het slim om je te beraden over de verkeersstroom in het gebouw, ofwel: verplaats je steeds de leerlingen of de docenten? Zeiler: "Als je alleen de docenten laat lopen, is er minder contact dan wanneer grote groepen elkaar op de gang tegenkomen.”

Gerelateerde berichten