De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel dat de burgerschapsopdracht aan het onderwijs verduidelijkt, zo bleek uit de stemming van 17 november. Het voorstel zorgt ervoor dat de regels voor het burgerschapsonderwijs in zowel het basis- en middelbaar onderwijs verplichtender wordt. Dit gebeurt dan door middel van wettelijke regels die voorschrijven waar het burgerschapsonderwijs aan moet voldoen. Alle partijen stemden voor het wetsvoorstel, met uitzondering van PVV, FvD, Van Haga en SGP.
Kamerleden Kirsten van den Hul (PvdA), Peter Kwint (SP) en Lisa Westerveld (GroenLinks) stelden dat zij verschillende voorbeelden hebben gezien van scholen die wat de Kamerleden betreft te los omgingen met de burgerschapsopdracht in het onderwijs. Daarom dienden zij een amendement in om juist het aanleren van kennis over en respect voor allerlei verschillende groepen in de samenleving nadrukkelijk in de wet op te nemen. De indieners van het amendement hebben ervoor gekozen om in de formulering van het amendement aan te sluiten bij artikel 1 van de Grondwet.
De voorgestelde herziening van de burgerschapsopdracht voor het funderend onderwijs (artikel 8 WPO, artikel 17 WVO en artikel 11 WEC) luidt nu als volgt (wijzigingen door het amendement zijn dikgedrukt):
Een brede coalitie van onderwijsorganisaties pleitte eerder voor ondersteuning en facilitering van de mensen in de klas die verantwoordelijk zijn voor burgerschapsonderwijs. Eppo Bruins (ChristenUnie) en Michel Rog (CDA) dienden daarom een motie in waarin de regering verzocht wordt om het onderwijs structureel te faciliteren in het professionaliseren, opleiden en ondersteunen van leraren binnen het domein burgerschapsonderwijs en de profielorganisaties daarbij te betrekken. Met succes: de motie werd met algemene stemmen aangenomen.
Michel Rog en Eppo Bruins constateerden ook dat er op dit moment geen duidelijk kader ligt voor het inspectietoezicht. Daarom verzochten zij de regering in een motie om samen met het onderwijsveld en de Inspectie van het Onderwijs een duidelijk kader op te stellen waaruit de reikwijdte van het inspectietoezicht met betrekking tot de burgerschapsopdracht moet blijken. Ook deze motie werd met algemene stemmen aangenomen.
In het burgerschapsdebat werd veel aandacht besteed aan de identiteitsverklaringen die sommige scholen hanteren. Verschillende partijen stelden dat er scholen zijn die de toelating van kinderen afhankelijk maken van een verklaring waarin de ouders moeten tekenen dat ze homoseksualiteit afwijzen. Zij vinden dit volstrekt onacceptabel en haaks staan op de burgerschapsopdracht die scholen hebben. Kamerlid Peter Kwint diende daarom een motie in die het kabinet verzoekt met spoed een einde te maken aan dit soort verklaringen. Alle partijen met uitzondering van de SGP stemden voor deze motie.
Het wetsvoorstel zal eerst in de Eerste Kamer worden besproken. De verwachte inwerkingtreding van de nieuwe wet is op 1 augustus 2021.
Iedere week het laatste nieuws uit het onderwijs