Wat een energie, wat veel hoopvolle ontmoetingen waren er gisteren op de conferentie van het platform Naar Inclusiever Onderwijs! Basisonderwijs, speciaal onderwijs, samenwerkingsverbanden, gemeentes, lerarenopleiders, onderzoekers en internationale deskundigen. Meer dan zeshonderd deelnemers kwamen samen in Spant! in Bussum om geïnspireerd door een plenaire start, in meer dan dertig werksessies kennis, inzichten en mogelijkheden uit te wisselen.
De dag begon met een openingswoord van Berend Kamphuis waarin hij een herinnering ophaalde van vijfentwintig jaar geleden, de tijd van het begin van liberalisering, de quote 500 en milionairsfair. In die tijd ontmoette hij Bisschop Muskens van Breda, die vertelde: “Al die rijken denken dat het goed met hen gaat, maar dat is nog maar de vraag. Immers het gaat met de rijken pas goed als het met de armen ook goed gaat.”
De filmbeelden van Theater Babel Rotterdam, en het gesprek dat Hans Teegelbeckers (VOS ABB) had met Paul Röttger sloten daar helemaal bij aan. Paul Röttger stelde: “Wat Berend Kamphuis zei, dat de samenleving inclusief is, dat klopt natuurlijk, alleen wij ontkennen dat in de dingen die we doen.” Want we handelen vaak vanuit de hokjes, de eerste indrukken, de eigen perceptie die gebaseerd is op labels en categorieën. Het was een uitnodiging om te kijken naar de hokjes die we creëren, zoals in de filmbeelden mooi naar voren kwam, door te kijken wat er gebeurt in de ontmoeting met de ander die anders is dan ik. Door te kijken wie je mist in een gezelschap. We zijn allemaal anders, en we zijn allemaal belangrijk. “Ik vraag mij telkens af: ‘klopt dat beeld dat ik van de ander heb wel? Want door het voortdurend in hokjes plaatsen van de ander is het contact met die ander voortdurend beperkt. Daar zit onze grootste beperking!”
Deze woorden resoneerden sterk in het panelgesprek dat Dolf van Veen (NCOJ) voerde met Illja Soffer (IederIn), Jacobine geel (College Rechten van de Mens), Albert Weishaupt (bestuurder Roelof van Echtencollege) en Jetta Spaanenburg (samenwerkingsverband Utrecht PO en LPO). Jacobine Geel benadrukte dat inclusie een ervaring is waarin je met degene die tegenover je staat een relatie aangaat. De taal van beleid is zo snel niet relationeel. Een heleboel zaken kunnen we inmiddels goed regelen, of er zijn inmiddels duidelijke kaders voor. Wat nodig is, is aandacht voor de mindset, aandacht voor bewustwording en dat opnemen in opleidingen van leraren. Zij suggereerde dat het tijd is om de titel te veranderen: niet naar inclusiever, maar naar inclusief onderwijs.
Ook in de bijdragen van andere panelleden werd telkens die kern van de relatie en de ander echt zien als beginpunt genoemd. Daarvoor is samenwerking nodig tussen regulier en speciaal onderwijs. Daarvoor zijn onderwijsgebouwen met ruimere marges nodig en verbindingen met andere maatschappelijke functies gaf Rijksbouwmeester Francesco Veenstra aan in een videobijdrage. Meewerken aan de routekaart waar vanuit het ministerie van OCW aan gewerkt wordt. En er is lef voor nodig, stelde Albert Weishaupt. Om er voor te gaan staan, ondanks dat in de maatschappij om je heen de segregatie je mogelijkheden beperkt. De school is immers bouwplaats van de samenleving van de toekomst.
Welke sessies plaatsvonden was op de conferentie kun je lezen op de website Naar Inclusiever Onderwijs. Hier een paar impressies:
Met meer dan dertig sessies gebeurde er meer dan hier weer te geven is. Het ging over wat er in scholen gebeurt, tussen scholen en in de verbinding met de omgeving. Een gedeelde ervaring is dat er vaak veel meer ruimte is dan je van tevoren gedacht had, en ook dat iemand moet beginnen met het verlangen uit te spreken, de vraag op tafel te leggen. Dat je niet met het moeilijkste moet beginnen en dat we binnen bestaande netwerken en structuren vanuit een ander houding de fragmentatie tegen kunnen gaan. Het helpt om dit soort principes te gaan gebruiken als kijkwijzer en aanwijzing om opnieuw te kijken, en anders te gaan doen. We kunnen beginnen in onze eigen omgeving. Zoals Paul Röttger in de documentaire zegt: ‘Een wereld die geen zin heeft om de ander te begrijpen, mist alles waar het om draait. Ik wil een wereld waarin mensen die anders zijn, niet worden weggestopt, maar zichtbaar zijn en meedoen. Ik maak zo’n wereld met theater.’
Paul Röttger is regisseur en oprichter van Theater Babel uit Rotterdam. Hij maakt theater met een gezelschap dat deels bestaat uit mensen die gebruikmaken van de dagopvang van zorginstelling Pameijer. Een heel divers gezelschap van mensen die graag theater maken en een beperking hebben. Momenteel werkt hij aan de voorstelling ‘Romeos en Julias’die in dit najaar gspreld zal worden. Tijdens het Internationaal Filmfestival Rotterdam ging de documentaire “Altijd alles anders” in première waaruit een aantal fragmenten bij de start van deze conferentie werden getoond. Wilt u meer weten over hen, neem dan contact op met Marcel Elsenaar via melsenaar@verus.nl
Fotografie: Ewouter
Iedere week het laatste nieuws uit het onderwijs