De vrijwillige ouderbijdrage roept elk jaar wel de nodige vragen, wrevels en dilemma’s op. Dat bleek maar weer uit de oproep die Stichting Leergeld Nederland deze week deed: Beperk de kosten, zet ouders niet onder druk en sluit kinderen niet uit.
Ik doe een poging er eens met andere ogen naar te kijken en ga daarvoor te rade bij nieuwe initiatieven die zich in onze samenleving voordoen.
Zo is daar bijvoorbeeld Martijn Aslander. Hij introduceerde het begrip waardebepaling achteraf: Degene die een dienst afneemt, mag achteraf aangeven wat het hem waard was en hoeveel hij ervoor wil betalen. Dan blijkt dat mensen in de meeste gevallen niet kiezen voor ‘een koopje’ maar zich bewust gaan afvragen wat de dienst hen heeft opgeleverd en hoe het hen (in het goede geval) daadwerkelijk verder heeft geholpen. Ze blijken zich bovendien af te vragen of ze, met het bedrag dat ze willen geven, de dienstverleners niet tekort doen.
De werkwijze staat in de kinderschoenen en ongetwijfeld zitten er haken en ogen aan. Maar zzp’ers raken erdoor geïnspireerd en zelfs een paar bedrijven/organisaties durven het experiment aan.
Het is hoe dan ook een sympathiek en creatief voorbeeld van het creëren van wederzijds vertrouwen in het maatschappelijk-economisch verkeer.
Een tweede voorbeeld betreft uitgestelde koffie; een initiatief dat ooit in Napels begon en zich inmiddels over Europa verspreid heeft. Ook in ons land tref je het in een groot aantal plaatsen aan.
Het werkt als volgt: in een café bestel je je eigen koffie en reken je vervolgens bijvoorbeeld drie koffie af. Bij mensen met een krappe beurs in de buurt is bekend dat er ‘uitgestelde koffie’ verkrijgbaar is, zodat zij een kopje koffie kunnen bestellen dat daarvóór al door iemand anders is betaald. Het is niet de bedoeling dat je degene die jouw koffie betaalde ervoor moet bedanken; het is een gift ‘om niet’. Maar sommige ‘financiers’ blijven stiekem even iets langer zitten om te zien hoe iemand anders geniet van de schuimige cappuccino die net daarvoor door hen is afgerekend.
En gaan dan vervolgens zelf met een glimlach de deur uit…
Een derde voorbeeld, niet nieuw maar wel leerzaam in dit kader, betreft de wijze waarop sommige goede doelen hun fondsen werven. Ze vragen ons om een x-bedrag te doneren waarmee bijvoorbeeld een baby kan worden ingeënt. Als we twee keer dat bedrag betalen kan een jaar lang het schoolgeld voor een kind betaald worden. Bij drie keer het bedrag etcetera, etcetera.
Zo zie je als donateur direct de relatie tussen wat je doneert en wat daarvoor gedaan kan worden.
Is er, geïnspireerd door bovenstaande voorbeelden, wellicht een nieuwe manier te bedenken om met de vrijwillige ouderbijdrage om te gaan?
Eén die de gezamenlijke inzet en verantwoordelijkheid van scholen en ouders voor die waardevolle extra’s binnen de school benadrukt? En die bereidheid en (liever nog) enthousiasme oproept om bij te dragen naar vermogen?
Ik daag u uit dit eens te overwegen:
Tot slot: onze redactie legde naar aanleiding van het bericht van Stichting Leergeld vragen voor aan onze juridische helpdesk. Hier leest u De vrijwillige ouderbijdrage in zeven vragen
Nieuwe reactie inzenden